Laat mij de zon op mijn gezicht voelen
wanneer het vuur in mijn hart
dat ooit een zee van vlammen was
tot een waakvlam van mijn ziel gedoofd is.
Laat de aarde mij weerstand bieden
als ik mezelf verlies
in mijn ambities en het leven
zodat ik lopen kan
op de plaats van het heden.
Laat het water een verfrissing zijn
als alles tegen zit
neem het verleden bij mij weg
temper mijn hart
wanneer ik mijn eigen droom verbrand.
Laat de lucht mijn hoofd bekoelen
neem zorgen van morgen mee
kom van ergens ver vandaan
laat mij diepe krachten voelen
wanneer ik vergeten ben wat ik kan.
Als in mijn eigen droom gevangen,
draag ik het water naar de zee.
In het schuim van de overgang,
tussen het zand van het heden,
en het water, dat draagt mijn verleden,
graven mijn voeten hun eigen graf.
Wegzakkend in de modder van niet willen, niet kunnen, en niet durven kiezen,
sta ik een eeuwigheid te wachten,
totdat de zee eens zal bevriezen.
Dromen in de duisternis
daar waar het ooit begon
Ik dacht: ‘Ik ben de redder’
in een tijd dat alles nog eens kon
Het zou perfect verlopen
zo had ik het bedacht
Een toekomst vol met dromen
een lot dat op mij wacht
Nu ben ik hier, en is er
teleurstelling alom
De droom bleek geen waarheid
met al mijn wijsheid – o, zo dom
Mijn lichaam wordt steeds ouder
mijn lijf en liefde takelen af
De droom lijkt nu verloren
vanaf hier gaat het bergaf
Wat heb ik nog van vroeger
behalve de duisternis die blijft
Het kind in mij is sterker
verwijderd
van een droom die bij mij wegdrijft
Toch hopeloos op zoek
en is er ergens daar
Een droom, zo oud als leven
die ik in de duisternis bewaar